Regenboog

Regenboog

De Gekko

 

Gekko was dol op spelletjes. Hij sprak vaak af met speelkameraadjes zoals de kameleon bij de Kleine Open Plek in het bos. In het midden van die open plek stond een gladde steen recht overeind. Dat was de Buutsteen, die was erg handig voor Kiekendiefie-met-verlos of andere spelletjes. Ze speelden Tikkertje, Haasje-over, Kruip-door-sluip-door of Zwaan-kleef-aan. Maar de favoriet van Gekko was toch wel verstoppertje en vooral als hij geen zoeker was. Hij vond het geweldig om zich te verstoppen. Dat lukte alleen niet zo goed omdat hij vaak weggleed als de grond schuin afliep en ook omdat zijn velletje spierwit was. Gekko vond het jammer dat hij altijd zo snel werd gevonden want dan was hij 'hem' in het volgende spelletje, maar zoeken vond hij ook best leuk.

Omdat Gekko zo klein was, stond hij op de grote uitdeeldag vooraan in de Mooie Slingerrij. Er waren zoveel bijzondere dingen in de kist en het zag er allemaal zo mooi uit dat hij kon niet kiezen. Maar hij wist wel dat hij drie dingen wilde om zich beter te kunnen verstoppen.

Hij vroeg aan de Bazin of zij wat kon bedenken.
'Jij glijdt altijd weg toch, bij tikkertje en verstoppertje?  Even kijken, hier zijn drie takjes paars kleefkruid. Als je elke dag een takje tussen je pootjes fijnwrijft, dan worden ze super kleverig en kan je zelfs tegen een rotswand omhoog lopen. Wacht even...'
De bazin dook onder in de kist.
'Ja, gevonden! Hier is de huid die ik zocht, glanzend groen, dan zien ze je niet zo gauw als je je verstopt tussen struiken en, wacht even.' Ze dook weer in de kist. 'Ja, hier. doorzichtige oogleden, als je ze dicht doet, kan niemand jouw glanzende ogen zien, maar jij kan er wel doorheen kijken.'
Toen Gekko zijn nieuwe groene huid en zijn doorkijk-oogleden had, wreef hij een takje kleefkruid tussen zijn pootjes en huppelde blij weg.

Gekko vond zijn nieuwe huid prachtig. Van de Grote Open Plek liep hij naar de Kleine Open plek. Hij moest af en toe stoppen om zijn mooie groene velletje te bekijken. Alle speelkameraadjes kwamen een voor een aan. Het was zo leuk om te zien hoe mooi of bijzonder iedereen er nu uitzag. Sommige dieren kon je bijna niet meer herkennen! De rest van de dag bleven ze elkaar bewonderen.

De volgende dagen gingen ze maar niet spelen, er zou van alles mis kunnen gaan omdat de veren, kammen, staarten enzovoorts nog niet goed vast zaten of kon vervormen. De ochtend van de eerste en tweede dag wreef Gekko een paars kleefkruidtakje fijn tussen zijn pootjes. Op de derde dag waren de takjes op, maar zijn geduld ook. Eén rustig spel zou toch wel kunnen?

Toen ze allemaal weer op de Kleine Open Plek waren, gingen kruip-door-sluip-door doen. Zonder geluid te maken kropen ze achter elkaar onder boomwortels, door dichte varens, over wiebelende takken, onder een rode bessenstruik en nog veel meer.

Gekko vond het fijn dat hij weer kon spelen. Toen ze klaar waren, keek de kameleon met grote ogen naar Gekko. 'Kijk, kijk, je hebt allemaal rode stippen op je velletje.'
Het was echt waar, toen ze onder de rode bessenstruik kropen, waren er een paar besjes op Gekko gevallen. Van schrik rende Gekko zomaar steil omhoog tegen de Buutsteen naar de top. Alle dieren keken verbaasd omhoog.
'Oh, wat knap Gekko, je kan recht omhoog lopen!' zei de kameleon. Alle dieren begonnen te juichen en te klappen. Voorzichtig ging Gekko weer naar beneden, maar ook dat kon hij zonder weg te glijden.
'Eigenlijk maken die rode vlekjes je nog mooier.' zei de kameleon. Gekko keek naar zijn velletje en knikte. Het was nu nog mooier.


En zo is het gekomen dat de gekko een groen velletje met rode stipjes, doorkijk oogleden en kleefpootjes heeft.


De gekko kan zich nu zo goed verstoppen dat hij soms zichzelf kwijraakt. Hij verstopt zich dan op zo een stil en donker verborgen plekje, dat hij zelfs een beetje bang word. Dan blijft hij heel stil zitten. Gelukkig vindt zijn beste vriend de kameleon hem altijd weer terug.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties, vragen, op- en aanmerkingen zijn welkom.