Regenboog

Regenboog

De Toekan

 In de ochtend maakte de Bazin van het Bos vaak een wandeling. Elke keer liep ze door een ander stuk van het bos. Soms ging ze naar de Platte Berg, soms naar de Ruige Savanne en soms zelfs helemaal naar de  Kale Woestijn. Maar het liefst wandelde ze langs de Kronkelende Rivier naar de bloeiende groenhartboom. Soms hoorde ze uit de boom veel  lawaai, gefladder, gepiep en gebrom. Als ze heel goed keek, zag ze bovenin de boom, tussen de mooie gele bloemen een onopvallende, zwarte vogel op en neer fladderen. Dat was Toekan. De Bazin zong dan zacht voor hem, zodat het weer rustig werd in de boom.

 Toekan was een opgewonden standje. Bij het minste of geringste raakte hij enorm opgewonden.
Als het regende keek hij chagrijnig naar de wolken. Als het hard waaide, verschool hij zich mopperend achter de stam van een boom. 
Als hij zijn veren netjes gepoetst had, dan draaide hij met zijn borst vooruit, trots in het rond. Totdat hij bedacht dat hij geen mooie gekleurde veren had, dan verstopte hij zich sikkeneurig onder één vleugel. En als hij een lekkere dikke kever wilde grijpen en zijn kleine zwarte snavel klapte met een luide 'pets' dicht net náást de kever, dan werd hij boos. Zo boos dat hij briesend, binnensmonds of beter gezegd binnenssnavels, op zijn tak heen en weer hipte tot hij er bijna vanaf viel. Soms viel hij echt.  Eigenlijk werd hij best wel vaak boos.

 Toen Toekan in de Mooie Slingerrij wachtte op zijn beurt, wist hij heel goed wat hij wilde hebben. Een hele grote snavel, zodat hij makkelijker die lekkere dikke kevers kon grijpen. En natuurlijk gekleurde veertjes, mooie rode en gele en witte.

 Hij trippelde voorzichtig de rand van de Regenboogkist en keek blij naar alle mooie spulletjes die daar in lagen. Horens en kammen, staarten en oren, neuzen en poten, snavels en veren! Met een zacht stemmetje vroeg hij aan de bazin of hij wat rode, witte en gele veertjes mocht hebben. Natuurlijk mocht dat. Hij kreeg mooie rode bij zijn poten, spierwitte op zijn staart en knalgele op zijn borst, zodat hij nog trotser in het rond kon draaien.

'Mag ik ook die grote rechte snavel die daar ligt, die witte?' 

'Die hele grote witte snavel? Zou je dat wel doen, die is bijna net zo groot als jij zelf bent.'

'Ja, dat wil ik, dat wil ik’ zei Toekan driftig, ’ ik weet het zeker, ik wil die grote snavel!' 

Zuchtend plaatste de Bazin van het Bos de grote witte snavel op Toekans kop.
Blij hipte Toekan heen en weer op de rand van de kist. En toen gebeurde het. De snavel was zo zwaar dat hij met een salto voorover in de kist kukelde. Met een boel gerommel viel hij in de kist.

'Au, au, wat is er gebeurd?' 

De Bazin pakt een pootje dat nog net boven alle andere spullen in de kist te zien was en tilde Toekan ondersteboven omhoog. Alle dieren op de Grote open Plek zagen eerst zijn witte staartveren, toen de rode bovenaan zijn poten en tenslotte de gele bortstveren. Alle veren waren verfrommeld. Tenslotte kwam zijn kopje met de enorme snavel boven de rand van de kist uit.

Maar die snavel zag er heel anders uit! Door het vallen in de kist was hij hard tegen de bodem aan gekomen. De rechte snavelpunt was krom gebogen.

En de snavel was niet meer wit. De punt was rood, de onderkant blauw en er was geel en groen en oranje, de snavel had alle kleuren van de regenboog!

'Oh oh, ik zie het, je bent precies in een hoekje gevallen waar nog wat regenboog verstopt zat, die kleuren krijg je er nooit meer af.' zei de Bazin terwijl ze voorzichtig de veren van Toekan weer netjes in model streelde.Toekan keek eerst met zijn ene oog langs zijn snavel en toen met zijn andere oog en zei 'Maar bazin, ik vind dit helemaal niet erg, ik vind het zelfs heel erg mooi.'
'Gelukkig, maar doe je wel voorzichtig met de mooie grote snavel?'

 


En zo is het gekomen dat de toekan een enorme snavel heeft met alle regenboogkleuren.
De toekan is wel een opgewonden standje gebleven, je kan hem vaak driftig heen en weer zien hippen. En misschien kukelt hij ook nog wel eens voorover achter zijn grote snavel aan.
Toch is er iets veranderd, na het veren poetsen blijft hij, met zijn gele borst vooruit, trots rondjes draaien en verstopt hij zich niet meer onder zijn vleugel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties, vragen, op- en aanmerkingen zijn welkom.