De dieren vonden allemaal dat Struis een rare vogel was. Dat kwam niet omdat hij alleen maar pikzwarte veren had en een beetje bolrond was of omdat hij niet kon vliegen. Nee, dat kwam omdat hij van alles beloofde en zich bijna nooit aan zijn woord hield.
Als
alle vogels hadden afgesproken om gezellig samen hun veren te wassen op
het moment dat de zon precies boven de Platte Berg stond, dan kwam
Struisvogel pas aanwaggelen bij De Heldere Bron als iedereen allang
klaar was en de zon bijna onderging. Alleen de zwarte specht,
Struisvogels beste vriend, wachtte dan nog op hem.
"Ik moet even iets doen, ben zo weer terug" was ook een gevleugelde uitdrukking van Struis.
Altijd
verdwaalde hij en dan ging de specht weer op pad om hem te vinden en de
weg terug te wijzen. Dat duurde zo lang dat de andere vogels dan al
uren op hun nest zaten of op een boomtak in slaap waren gevallen.
Struisvogel
was dus vooral apart omdat hij altijd dingen beloofde en dat veel te
laat of soms helemaal niet deed. Struis had eigenlijk geen idee van tijd
en van de weg. Natuurlijk vond Struis dat heel verdrietig en hij vond het vooral vervelend voor de specht dat die hem altijd moest helpen.
Op
de Grote Uitdeeldag kreeg Struisvogel precies wat hij wilde hebben.
Geen vlieg-vleugels, want vliegen vond hij eng, maar grote sterke
ren-poten zodat hij nooit meer te laat zou komen en een lange nek om
heel ver te kijken zodat hij niet meer zou verdwalen. Bij de
regenboogkist strekte hij zijn nieuwe nek en zag in de verte de Heldere
Bron! Hij probeerde zijn sterke poten en in vijf flitsende stappen rende
hij rondom de kist. Blij keek hij naar de ekster die boven hem vloog met
zijn nieuwe zwart-witte veren glanzend in de zon
‘Is er nog iets wat je graag wil hebben?’ vroeg de Bazin.
In een hoek van de kist zag Struis acht stralend witte veren staan.
'Jááá, die mooie veren, mag ik die, mag ik die op mijn hoofd?'
Natuurlijk mocht dat.
De
volgende dag waren alle vogels bij de Heldere Bron. Het gesprek ging
natuurlijk over de Grote Uitdeeldag van gisteren, dat was zo een
bijzondere dag geweest. Iedereen bewonderde de grote sterke ren-poten,
de lange nek en de witte hoofdtooi van Struis en Struis beloofde aan
iedereen en de specht in het bijzonder, dat hij nu nooit meer te laat
zou komen omdat hij nu met zijn lange nek zelf de weg kon vinden en met
zijn sterke poten overal vliegensvlug kon komen. De specht, nu eigenlijk
de bònte specht omdat hij tussen zijn zwarte ook witte veren had
gekregen, vond dat ook geweldig.
De
pauw, die zo trots was op zijn staartveren-krans dat hij die
voortdurend omhoog stak, stelde voor dat ze die middag, met de zon
precies boven de Platte berg, een modeshow zouden houden, waar elke
vogel zich uitgebreid kon laten bewonderen. Iedereen vond dat een
prachtig idee.
Die middag, toen de zon recht boven de Platte Berg stond, waren alle vogels daar verzameld, behalve...
Alle vogels keken zwijgend naar de bonte specht.
‘Hij had het nog zo beloofd,’ grinnikte de specht boos ‘ik ga wel weer op zoek.’
Natuurlijk was Struis de tijd vergeten. Hij nam nèt een zandbad aan de rand van de Kale Woestijn toen hij de specht zag aanvliegen.
Struis
snapte gelijk wat er aan de hand was en schaamde zich zo erg, dat hij
zijn kop diep onder het zand stak. Zijn mooie witte veren vielen van
zijn hoofd af en lagen in een cirkel rond zijn nek op de grond...
De specht had Struis wel gezien en vloog rechtstreeks naar hem toe.
Toen hij zag dat Struisvogel zijn kop diep in de grond had gestoken, werd hij nòg bozer
'Struis'
zei de specht, maar er gebeurde niets. Nog een keer harder, en toen nog
een keer, nog harder riep hij 'Struis'. Er kwam geen reactie.
De
bonte specht werd zó boos, dat hij één voor éen de witte veren oppikte
en met zijn hamersnavel diep in de billen van Struisvogel prikte. Bij
iedere veer die in zijn kont werd gestoken, trok Struisvogel zijn nek
iets verder uit het zand. Bij de achtste veer spande hij zijn sterke
ren-poten, sprong meters hoog en rende zo hard als hij kon over de Greoene Savanne, door het naar de
Heldere Bron, waar iedereen verbaasd stond te kijken naar zijn kale
hoofd en zijn kont waaruit de mooie witte hoofdtooi stak.
De pauw deed een stap naar voren, zette zijn veren op en schraapte zijn keel.
"Ahum. Struis, je bent warempel bijna op tijd. Kom, jij mag de modeshow beginnen."
Struisvogel was opgelucht en nam zich voor om vanaf nu altijd op tijd te komen.
Dat is daarna vaak gelukt, maar als het mis gaat, zie je hem staan met zijn kop in het zand.
En zo is het gekomen dat de struisvogel grote sterke ren-poten, een lange nek en witte pluimstaartveren op zijn kont heeft.
Ik hoop dat deze fabels gepubliceerd worden op papier. Ze zijn leuke doordenkers om voor te lezen.
BeantwoordenVerwijderenDat ga ik doen als er 25 fabeltjes zijn!
Verwijderen