Regenboog

Regenboog

Het Nijlpaard

'Nee hè! Niet alweer.' dacht Nijlpaard. Hij lag net even uit te rusten in de schaduw van een baobab-boom. Nijlpaard had op de Ruige Savanne de hele dag doorgeknabbeld aan het gras en de plantjes. Dat moest hij wel, want hij had een heel klein mondje en een heel groot lijf dus moest hij de hele dag blijven eten. Tussendoor had hij in stille hoekjes zijn brede staartje opgetild en veel kleine hoopjes gemaakt. En van die kleine hoopjes kreeg hij jeuk aan zijn poepertje. Dat begon altijd met een klein kriebeltje en dan werd het een beetje kriebeliger en dan nog iets meer, tot het echt ging jeuken, vreselijk jeuken. Nijlpaard sprong overeind, rende zo snel als hij kon naar de Kronkelende Rivier en rende er pardoes in. Ooh, wat voelde dat fijn, z'n poepertje werd weer schoon en de jeuk verdween! Nijlpaard ging altijd gauw uit het water, want dat liep in zijn oren en zijn neus, dus klom hij proestend weer uit de rivier, schudde zijn kop en blies een straaltje water omhoog. In het water voelde hij zich het allerfijnst, daarom vond hij het wel jammer dat hij er niet in kon blijven.

Soms, als de rivier te ver weg was, galoppeerde Nijlpaard naar de Heldere Bron en sprong er middenin.
Dat deed hij liever niet, het bronwater werd er vies van en dat vonden de andere dieren niet fijn. Giechelend klom hij dan op de kant, giechelend omdat hij zich schaamde.

De Bazin van het Bos wist dat Nijlpaard graag in het water zat, dus op de Grote Uitdeeldag lagen er in de Regenboogkist klepjes voor zijn neus en oren zodat hij lekker lang in het water kon blijven.

'Wat heb je nog meer voor wensen Nijlpaard?'
'Mag ik alsjeblieft een grotere bek, zodat ik sneller kan eten en niet van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat hoef te grazen?

Nijlpaard kreeg de allergrootste bek die er nog in de kist lag.

'Nog iets anders?'
'Heeft u, als het kan, misschien iets tegen de jeuk aan mijn poepertje?'

De Bazin van het Bos boog zich zo ver als ze kon over de rand van de kist en pakte van de bodem een klein raar staartje.

'Kijk, dit staartje kan zo snel ronddraaien dat je poepertje helemaal schoon wordt gezwiept.'

Nijlpaard huppelde blij naar de Kronkelende Rivier om zijn nieuwe oog-en-oor klepjes uit te proberen.
Voorzichtig liep hij het water in, deed zijn klepjes dicht en liep door, zomaar over de bodem, onder water. Het was heerlijk, hij kon nu veel langer onderduiken!

Toen liep Nijlpaard naar het grasveld bij de baobab-boom. Het eten ging veel sneller en makkelijker met zijn reuzebek. Hij had nu rustig de tijd om in de schaduw van de boom uit te rusten.
 

Maar hoe ging het met de jeuk aan zijn poepertje? Het draaistaartje was geweldig, alle viezigheid werd razendsnel weg gewapperd. Heel af en toe kreeg Nijlpaard na het wapperen toch een beetje jeuk. Dan galoppeerde hij snel naar de Kronkelende Rivier of de Heldere Bron om daar middenin te springen en lekker lang onder water te blijven.

En zo is het gekomen dat het nijlpaard een hele grote bek, klepjes op zijn oren en een draaistaartje heeft. 

Pas je wel op dat je niet te dichtbij staat als het nijlpaard gaat poepen! Het draaistaartje spettert de poep heel ver in de rondte!





1 opmerking:

Reacties, vragen, op- en aanmerkingen zijn welkom.